Gisteravond was ik even druk mijn foto’s aan het doorspitten, omdat ik naar een bepaalde foto op zoek was. En zo stuitte ik op deze foto, welke vandaag precies 37 jaar geleden werd gemaakt bij Mother’s in Canada. Jawel, vandaag is mijn verjaardag en mijn gedachtes gaan nu terug naar die vakantie in Canada in 1980. Op deze foto kijk ik blij, want bij dat Pizza & Spaghetti restaurant genaamd ‘Mother’s’ kreeg ik een mooie taart ter ere van mijn elfde verjaardag. En wat is nou mooier om op mijn verjaardag een nieuwe rubriek te starten. Flashback Friday, waarbij ik verhalen en/of foto’s van vroeger met jou zal delen. Lijkt me best leuk, jou niet?

Canada 1980

Het is een vakantie die echt in mijn geheugen gegrift staat, voor het eerst vliegen en zo ver weg van huis. Mijn oudste oom, ome Joop, emigreerde eind jaren vijftig met zijn vrouw naar Canada en bouwde daar in Ontario hun bestaan op, ze kregen vier kinderen. In 1975 kwam het hele gezin op vakantie naar Nederland en zo maakte ik voor het eerst kennis met mijn ome Joop, tante Ali, drie nichten, Maria, Yvonne, Margaret en neef Joey. Vijf jaar later gingen we hen bezoeken in Canada. Het was heel wat voor die tijd, voor een tien jarige jongen die daar zijn elfde verjaardag ging vieren. Een heel avontuur in een land heel ver weg.

We kwamen aan in Toronto en daar werden we door mijn ome Joop opgehaald en naar zijn huis in Peterborough gebracht. Het was daar heel leuk en gezellig. En mijn vader genoot zichtbaar om weer samen met zijn broer te zijn. Wat ik me nog goed kan herinneren waren de grote potten Peanut butter. Van die liter potten met echte stukjes pinda erin. Die hadden we toen nog niet in Nederland. En van die hele grote supermarkten.

Echter we bleven niet de gehele vakantie bij mijn oom thuis in huis. Ook hij was een vervend kampeerder en samen met hem, tante Ali en anderen trokken we erop uit, om te gaan kamperen in het Algonquin Park.

Algonquin Provincial Park

Dit park is een provinciaal park in de provincie Ontario. Het biedt zo’n 7.800 vierkante kilometer beboste heuvels, moerassen, rivieren en duizenden meren die met elkaar in verbinding staan en ligt tussen de Georgian Bay en de Ottawa River. Het park werd opgericht in 1893 en is daarmee het oudste provinciale park in heel Canada. Algonquin dankt zijn naam aan de Algonquin-indianen, die er ooit woonden. Tegenwoordig bevolken elanden, beren, otters, vossen en wasberen het gebied.

We bezochten het Algonquin Art Centre en het Loggers museum. En hebben daar ook een aantal wandelingen gemaakt. Aan de Highway 60 zijn negen verschillende wandelroutes met elk een eigen thema om de omgeving van Algonquin beter te onderzoeken. Zo is daar onder andere de “Beaver Pond Trail”, een wandeling over een kronkelpad van zo’n twee kilometer, door het robuuste heuvelachtige landschap. Het geeft je een gedetailleerde uitzicht op twee bevervijvers met een beverburcht en beverdam. En met een begeleidend boekje kom je meer te weten over het leven van de bevers in dat gebied. Of de “Booth’s Rock Trail”, een wandeling van rond de vijf kilometer. Het pad voert je langs twee kleine meren en je kunt omhoog klimmen naar een spectaculair uitzicht. Verder zie je op het oude landgoed de ruïnes en sporen zien van een verlaten spoorweg. Deze route heeft het thema over de invloed van de mens op Algonquin. En een derde wandeling die we gemaakt hadden was de “Lookout Trail”. Een kleine twee kilometer lus-wandeling met een vrij steile en ruige route. De wandelaar wordt beloond met een prachtig uitzicht op enkele honderd vierkante kilometer Algonquin. In het boekje wordt de geologie van het park besproken.

Ook tijdens deze vakantie ging ik met ome Joop vissen en ving ik een heuse zalm. Die moest natuurlijk klaar gemaakt worden op de barbecue. Het was dan ook de eerste keer in mijn leven dat ik een gevangen vis zelf schoon mocht maken en bakken.

Whetung Indian Craft Centre

Waar we ook naar toe gegaan zijn was het “Whetung Indian Craft Centre” in het Curve Lake Indianen reservaat. Het ligt aan de oevers van de meren Buckhorn en Chemong. Het maakt deel uit van het prachtige Kawarthas-gebied in Ontario en heeft een rijke en onstuimige geschiedenis. Het Curve Lake reservaat werd in 1825 opgericht onder de New England Company.

Hier kreeg ik zo’n Davy Crockett muts, gemaakt van konijnenbond en een wasberen staart en een horn waar je op kon blazen. Hier voelde ik me als een ware Davy Crockett en mijn interesse in de geschiedenis van de pioniers, trappers en de indianen in Amerika en Canada werd verder aangewakkerd. Dit waren ook zo een beetje de onderwerpen die we bij de Welpen (Scouting) behandelden, want ik zat in die tijd ook bij de welpen. Davy Crockett stond bekend als “king of the wild frontier”.

Dit was dan ook wel zo’n beetje het begin geweest van mijn interesse in het buitenleven. Kamperen, wandelen, bushcraft en leven van wat de natuur zoal te bieden heeft. Leven zoals de indianen en de trappers eind 19e eeuw, zoals Davy Crocket mijn held uit die tijd.