Het is altijd weer leuk om zo af en toe een fotoboek uit de kast te trekken en dan herinneringen op te halen. Dit keer kwam ik foto’s tegen van de huttentocht die ik samen met mijn vrouw, toen mijn vriendin, in 1997 gemaakt had. Het was iets wat ik altijd al een keer had willen doen, met een rugzak op een huttentocht lopen. Diverse dagen trekken van hut naar hut.

In die periode was ik ook druk bezig met het organiseren van Survivaltochten in de Belgische Ardennen en wilde in die periode eigenlijk ook het programma gaan uitbreiden met een huttentocht in Zwitserland. Ik weet het nog als de dag van gisteren dat ik door het boek “Trekking in de Alpen” van Stefano Ardito zat te bladeren en daar een leuke tocht tegen kwam. Een 5-daagse trektocht aan de voet van de Berner Alpen met zicht op de Eiger, Mönch en Jungfrau, ofwel het prachtige Jungfraujoch gebergte.

Zo gezegd zo gedaan. Ik kocht in Zwitserland bij het bezoeken van mijn schoonfamilie een aantal kaarten van dat gebied (ik heb ze nog) en begon zo met het plannen van de route. Van tevoren nog de hutten telefonisch reserveren en de rugzakken in te pakken. Die huttentocht werd een uitdaging op zich en van de uitzicht, het panorama en de tocht zelf heb ik dan ook ontzettend genoten, waar ik tot op de dag van vandaag met genoegen op terug zie. Het is eigenlijk met geen pen te beschrijven, je zou het gewoon zelf moeten zien en meemaken, om datgene te voelen wat ik erbij gevoeld heb en nog steeds voel. Zo mooi dat afwisselende landschap en natuur.

Tijdens die huttentocht had ik nog een verslag geschreven en ik vind het wel leuk om die met je te delen.

Verslag huttentocht 18-22 augustus 1997

1e dag 18-08-1997

We vertrokken zo rond 10.30 uur met de auto uit Zug en kwamen in Meiringen rond 13.00 uur aan. We hadden de Panorama-route genomen, omdat we niet rechtstreeks konden rijden vanwege een overstroming. In Meiringen, vlak bij de Reichenbachwaterval, hebben we de auto op een parkeerplaats gezet. Van daaruit was de waterval al te zien. We zijn naar het station van Meiringen gelopen.


Bij het station van Meiringen begon onze huttentocht en hebben we om 13.22 uur de Postauto genomen door het Reichenbachdal via een smalle weg naar de idylische Schwarzwaldalp. Daar eenmaal aangekomen was het de rugzakken omsjorren en volgens de kaart een stukje lopen. Na enkele tientallen meters bleek dat de rugzakken toch te zwaar waren bepakt. Ervaring leert. Onderweg dachten we nog, waar zijn we aan begonnen, maar het uitzicht op de bergen maakte het weer goed. Het is hier ontzettend mooi, zeker aan te bevelen om te doen maar dan wel met een lichtere rugzak.

De route die we gewandeld hebben duurde zo’n 2,5 uur en liep tot aan Große Scheidegg waar we nu zitten. Gasthaus Große Scheidegg (1961m) ligt aan de voet van de woeste noordwanden van de Wetterhorn en de Mittelhorn Hier zullen we onze eerste overnachting houden. We waren om ± 16.45 uur aangekomen en hebben er nu spijt van geen boek of iets anders om te lezen meegenomen te hebben. De hut ziet er goed uit, een mooie en schone slaapgelegenheid en een restaurant.

De prijzen vallen ook wel mee. Morgen komt een lange dag. We zullen vroeg op staan om van de opkomende zon te gaan genieten. Morgen in Grindelwald wat te lezen kopen, zodat we wat meer omhanden hebben als we’ s avonds bij een hut zijn.

Het weer ziet er goed uit op het einde van de tocht nog een paar spetters maar niet noemenswaardig.

2e dag 19-08-1997

De overnachting was goed. Om 19.30 uur waren we naar bed gegaan. We hadden een 15 persoons kamer (Matrazenlager) voor ons tweeën.

Om ± 07.15 uur zijn we opgestaan, na bijna 12 uur geslapen te hebben. De zon kwam al heel langzaam op en vanuit het raam hadden wen een prachtig uitzicht. Het was een hele mooie morgen. Ontbijt was ook goed. Alles is goed geregeld hier.

Om 09.00 uur vertrokken we van Große Scheidegg richting Kleine Scheidegg om onze huttentocht te vervolgen. Een bijna onbeschrijflijke mooie afdaling via de weg die rechts van de straatweg loopt. We komen langs verschillende bergweiden met mooie uitzichten op de Eiger, de Wetterhorn en het dal van Grindelwald. Om ± 11.35 uur in Grindelwald aangekomen en we zitten hier nu bijna een uur te pauzeren. Lekker in het zonnetje te genieten van een koppie thee.

We merken wel dat je enigszins getraind moet zijn en dan die rugzak. We zullen na de tocht toch de paklijst eens moeten herzien, zodat er een volgende keer wat minder meegenomen wordt.
We vertrekken zo voor de 2e etappe, nu omhoog naar de Kleine Scheidegg. Het uitzicht is echt heel mooi en wat je hier zo ziet, daar kan geen foto tegen op. Men moet het gewoon zelf beleven.

Blij dat we boven zijn gekomen op de Kleine Scheidegg. Ook deze berghut “Grindelwaldblick” ziet er goed verzorgt uit. De slaapplaatsen zijn keurig verzorgt en hier is een warme douche te vinden, waar we ook lekker van genoten hebben. De weg vanuit Grindelwald omhoog is ontzettend zwaar. Het zweet gutste van het hoofd en veel drinken is geen overbodige luxe. Halverwege hadden we besloten om met het treintje verder omhoog te gaan. Boven aangekomen is het er ontzettend mooi met de blik op de “Eiger”, “Mönch” en “Jungfrau”.

In de Berghut is het ontzettend rustig. Ik denk dat het rond dit tijdstip van het jaar, goed te doen is met een groep, mits deze ook enigszins getraind is. Dit zal toch van tevoren aan de deelnemers vermeld moeten worden. Het is niet van dat doen we wel effe!

Het weer: Zonnig met temperaturen tussen 26° en 32°C. Tegen de avond bewolkt met kans op onweer en regen.

3e dag 20-08-1997

Vannacht slecht geslapen en vroeg opgestaan. Bij het ontbijt hebben we besloten om met het treintje terug naar Grindelwald te gaan en dan naar Meiringen om de helft van de bepakking die we teveel hadden in de auto te doen. Dan maar niet verder naar het begin van het eenzaamste en meest woeste deel van de Hintere Gasse, richting Wengeralp (1874m), maar de route weer oppakken bij Lauterbrunnen.

Dus was het met de tandradbaan terug naar Grindelwald en vandaar met de trein via Interlaken naar Meiringen. Daar de auto genomen en naar Lauterbrunnen gereden. In Lauterbrunnen de auto weer op een parkeerplaats geparkeerd en de rugzakken daar opnieuw ingepakt en weer op weg. Met de Postauto zijn we naar Stechelberg gereden en bij Langwald (868m) de gondelbaan naar Gimmelwald (1393m) genomen. Deze gondelbaan maakt deel uit van de Schilthornkabelbaan. Welke ook erg bekent is vanwege een James Bond film. De naam ben ik alleen even kwijt. Vanaf Gimmelwald begonnen we aan een schitterende wandeling omhoog naar het Sefinendal, dat onder de wanden ligt van de rotsachtige Gspaltenhorn, en verder naar de alp Boganggen en naar de Rotstockhütte (2039m).

Die wandeling was met een minder zware rugzak goed te doen. Met de hut in het zicht begon het te hagelen en te regenen. Blij dat we onze Gore-Tex jassen bij ons hebben.

De hut is echt wat je van een berghut verwacht. Niet zoals die Hotel-hutten waar we de vorige twee nachten waren. Het is hier klein en gezellig. Het is goed dat we van tevoren gereserveerd hadden, want de hut is aardig vol. 2 schoolklassen en een aantal wandelaars. Maar wij waren verzekerd van een slaapplaatsje.

Het weer: Overdag zonnig, later op de dag bewolkt met laat in de middag regen en hagel.

4e dag 21-08-1997

Vanmorgen weer vroeg opgestaan. Goed geslapen, wat voor menig ander in de hut niet te zeggen was. Een aantal mensen hadden onder de tafel en in de gang geslapen, omdat er eigenlijk teveel mensen waren om een goede slaapplek te bieden. Na het ontbijt begonnen we aar één van de mooiste etappes van de tocht. Deze etappe van de Rotstockhütte over de Sefinenfurge naar Oberi Bundalp zijn we om 08.10 uur gestart. We gaan van het massief van de Gspaltenhorn naar de Blümlisalphorn. Het uiterste westen van de Berner Alpen wacht al snel met rotspieken en sneeuwvelden.

Het was een fikse klim naar boven, naar de Sefinefurke (±2600 m), om dan rustig over morenes en later langs de bergbeek naar de Gornernbodem af te dalen. De daling was lang en steil. Onderweg nog gestopt om een bakkie thee te maken en de voeten af te laten koelen in een beekje. We passeren Oberdürrenberg (1995m) en Hübeln en bereiken snel daarna de dalbodem van de Gamchibeek in Bundsteg (1488m)

Hierna een langzame klim omhoog naar de Oberi Bundalp (1840m). De tocht is best vermoeiend en we waren blij dat we bij de hut aangekomen waren. Deze hut ziet er wel beter uit als de Rotstockhütte, maar er loopt ook een weg naar toe, geen wonder.
De hut heeft verschillende kamers welke plaats bieden voor 8 personen. Er zijn verschillende mensen die dezelfde route lopen; van Meiringen naar Kandersteg. Het gaat er allemaal gemoedelijk aan toe. Iedereen is heel ontspannen en het heeft allemaal wel een bepaalde sfeer.
We hebben morgen nog een dag voor de boeg en dat beloofd een aardige klim te worden, als we zo op de kaart kijken. Ongetraind is het niet goed om deze tocht te doen. Men dient toch enige training en voorbereiding van tevoren te doen. Ik had het het laatste stuk namelijk zeer zwaar en heb zo lopen zweten, dat het water zo langs mijn armen naar beneden gutste. En daardoor is mijn fotocamera stuk gegaan. Nu morgen nog de laatste etappe van de route, maar helaas kan ik dan geen foto’s meer maken. Deze tocht is voor een groep net lang genoeg, er moeten echt niet meer dagen aan vastgeplakt worden. Menigeen zal hier meer dan genoeg aan hebben.

5e dag 22-08-1997

Vanmorgen zijn we weer vroeg vertrokken. Ik moet zeggen dat ik goed geslapen had vannacht en het ontbijt heeft ons ook goed gesmaakt. Het moest wel, want me moesten ongeveer een kilometer stijgen. Het was echt een flinke klim naar boven, naar de Hohtürlipas (2778m). Het begon vrij makkelijk, maar de weg werd als maar steiler. Wat ook meespeelt is de hoogte, want je stijgt met de meter, waardoor de lucht weer wat ijler wordt.

Het pad is in het begin goed te belopen, maar wordt al halverwege steeds slechter. daar begint het met S-bochtjes lopen. Je zit dan boven de boom grens en wat je ziet zijn steenverschuivingen. Je moet wel oppassen dat je geen stenen weg trapt voor degene die onder je lopen. Hoe hoger je komt des te kouder het ook wordt. We liepen ook door sneeuwveldjes, wat voor de Nederlander moeilijk te begrijpen is. Maar het is wel mooi. Het laatste stuk naar boven is zo steil, dat mensen hier een trap hebben aangelegd, welke echt wel nodig is. Boven aangekomen is het uitzicht dat we hebben gewoon met geen enkele pen te beschrijven.

Bij de Blümlisalphütte (2834m) die daar ligt, hebben we nog wat gedronken en van het uitzicht genoten. Daarna zijn we begonnen aan de weg naar beneden richting Kandersteg. Deze was erg lang en op den duur voelde je dat wel in je kuiten en schoenen. Je tenen kwamen echt tegen de neuzen van je schoenen. Het is wel ontzettend mooi. Tijdens het wandelen naar beneden vraag je je af waar nu die Oeschinensee is, want die zou je normaal gesproken wel moeten zien, maar nee hoor, geen meer te zien.

Op een gegeven moment besluiten we om bij de hut Oberbergli (1981m) het middagmaal te gaan nuttigen en als we een mooi plaatsje vinden zien we tot onze verbazing het meer onder ons liggen. We hebben dan ook, met een ontzettend mooi uitzicht op het meer, ons voedsel tot ons genomen. Na deze onderbreking zijn we verder naar beneden gelopen. Hier was het wel even oppassen geblazen, want het was heel steil. Bij het meertje, de Oeschinensee, aangekomen hebben we een bad genomen. Het was een welkome afkoeling. Na het meertje hebben we een kabelbaan genomen naar Kandersteg. Na het kabelbaantje door gewandeld naar het station en de trein naar Lauterbrunnen genomen om de auto op te halen en terug te rijden naar Zug. We kunnen terugkijken naar een hele mooie en geslaagde huttentocht.

Tot Slot

Deze huttentocht was een hele mooie route die graag met een groep had willen lopen. Echter in 1998 besloten we om te gaan stoppen met onze Survival activiteiten en is het er nooit meer van gekomen om deze huttentocht nog met een groep te gaan lopen. Wel heb ik het altijd nog in mijn achterhoofd gehouden. Dus wie weet kan het in de toekomst nog een keer plaatsvinden.

Het laatste stuk van de huttentocht van Oberi Bundalp naar Kandersteg heb ik in 2012 nog een keer met mijn oudste dochter gelopen. Hiervan heb ik nog wel mooie foto’s kunnen maken. Ik zal hierover zeker nog een keer gaan schrijven in een andere Flashback Friday artikel.