Big City Survival Parijs

Onlangs was ik druk bezig met het opruimen van mijn zolder, want die staat vol met dozen met spullen uit mijn verleden. Zo kwam ik in een van die dozen een krantenknipsel tegen die ik bewaard had. Het gaat om onderstaande artikel uit het Haarlems Dagblad van dinsdag 8 maart 1994. Dit artikel gaat over een avontuur wat we hadden in de Franse hoofdstad Parijs.

Mijn flashback gaat terug naar die tijd dat ik als instructeur bezig was bij de stichting “The Survivors” in Haarlem. En bij het lezen van het artikel zie ik mij nog lopen tijdens dat bewuste weekend van 4 t/m 6 maart 1994. Wat was het geval? Na een aantal jaren survivaltochten georganiseerd te hebben in de Belgische Ardennen, bedacht Flip Smit (de toenmalige oprichter en voorzitter van de stichting “The Survivors”) dat het misschien leuk zou zijn om een keer een andere survivaltocht te gaan ondernemen. En wel een “Big City Survival” in de stad Parijs. Hierna werd het plan door Flip en Jelle Kraan verder uitgewerkt tot een try-out, om te kijken of een Big City Survival ook in het jaarprogramma opgenomen kon worden.

Als een Clochard onder een brug in Parijs

Ook ik werd gevraagd door Flip of ik mee wilde naar Parijs om mede de groep te begeleiden en voor de hand en spandiensten. Natuurlijk zei ik ja, want wie wil er nu niet Parijs een bezoekje brengen. Zo gezegd zo gedaan en de voorbereidingen werden getroffen. ’s Morgens op de 4e maart 1994 was het verzamelen bij Flip thuis. De aanhanger werd geladen en we namen plaats in de bus van Staalwerk die ons naar Parijs bracht. Onderweg werd het gehele plan uitgelegd aan de aanwezige deelnemers. Eerste overnachting als een Clochard onder één van de bruggen van Parijs en een tweede overnachting in het park Bois de Bologne. Bezoek aan diverse markante Parijse gebouwen en een speurtocht met de Parijse metro. Er zou ook veel gewandeld worden door de stad. Nou, dat kon de pret allemaal niet drukken.

Aangezien het in maart al snel donker was, kwamen we ook in het donker aan in Parijs. Na alle spullen uitgeladen te hebben en de rugzakken op de rug gesjord hadden, gingen we op weg. Zoeken naar een slaapplaats ergens aan de Seine.

We liepen een tijd langs de Seine, tot we tegenover het Palais de justiceofwel het Paleis van Justitie kwamen. Dit Paleis is het gerechtsgebouw gelegen op het Île de la Cité in het centrum. Hier gingen we onze slaapzakken uitrollen en werd er een wachtschema gemaakt. Want ja, je kon maar nooit weten. Safety first.

Na een redelijke rustige nacht en na het ontbijt was het de slaapzakken weer inrollen en inpakken. We zouden nu meer van Parijs gaan zien. En het plan was om naar Tour Montparnasse te gaan, wat het hoogste gebouw van Parijs was. De bedoeling was om daar via de trappen omhoog te klimmen naar de top. Echter eenmaal daar aangekomen, kon het hele feest niet doorgaan, tot opluchting van vele die tegen het bestijgen van de trappen opzagen. We mochten simpelweg de trappen niet nemen om naar boven te gaan. Dus werd er in allerijl een oplossing bedacht, de trappen van de Eiffeltoren (La tour Eiffel).

Uitzicht over de stad

Eenmaal bij het tweede platform gekomen hadden we een prachtige uitzicht over Parijs. Helaas was de trap verder naar boven voor het publiek afgesloten. Na onze lunch genuttigd te hebben gingen we weer naar beneden. Sommige van de groep namen de lift, het overige deel terug met de trap.

Musée des Égouts de Paris

Nadat we Parijs vanaf de Eiffeltoren (van boven) gezien hadden vonden Flip en Jelle het ook belangrijk om Parijs van onderen te bekijken. Dus gingen we naar het Musée des Égouts de Paris, ofwel naar de riolen van Parijs. Het stonk er verschrikkelijk.

Overnachten in Bois de Bologne

Na de riolen van Parijs een bezoek te hebben gebracht ging de route verder naar Bois de Boulogne waar we ons onderkomen op zouden zetten voor de volgende nacht. Bois de Boulogne is wel het bekendste park in Parijs, met grasvelden en bossages. Aangezien we vroeg waren hebben we eerst rustig op een grasveld gezeten en konden we heerlijk luieren. Gelijk maar even de voeten verzorgd.

We trokken later, tegen de avond, wat meer de bossages in om door middel van regenponcho’s onderkomens voor de nacht op te zetten. Touwen werden gespannen waaraan de poncho’s schuin werden bevestigd. Ook voor deze nacht werd er een wachtschema opgesteld. Want hier kon het wel eens gevaarlijk zijn ’s nachts, was ons verteld.

Speurtocht met de metro van Parijs

Na een vrij rustige nacht en na het ontbijt braken we het onderkomen weer in de vroege morgen af. Voor de laatste dag stond er een speurtocht met de Metro gepland. Wel leuk om mee te maken, via de metro naar diverse plaatsen voor een opdracht en weer verder tot het eindpunt. Na een leuke dag zit dan het avontuur, de Big City Survival Parijs, er op. We begeven ons naar een afgesproken punt aan de Seine, waar de bus van Staalwerk al weer klaar staat. Allemaal instappen en terug op weg naar huis.

Onderweg nog een stevige evaluatie. Het idee was leuk, de try-out ging goed, maar de Big City Survival Parijs zou geen vervolg meer krijgen. Twee dagen later zou Daan, die als journalist van het Haarlems Dagblad mee was, onderstaande stuk publiceren.

Slapen onder een brug in de Franse hoofdstad

Moet je voor avontuur naar een onherbergzaam, ver land? Bij de Haarlemse stichting “The Survivors” vinden ze van niet. Een avontuurlijke overlevingstocht kun je overal maken; zelfs in een grote stad. Met de ervaring die ze opdeden tijdens overlevingstochten in de Belgische Ardennen, vertrokken ‘The Survivors’ vrijdag met negen belangstellenden naar Parijs om het uit te proberen. Een verslaggever van deze krant ging mee.

“Clochard!” Een jonge Parisiène in uitgaanskleding maakt mij uit voor zwerver. Nu besef ik pas hoe vreemd het is om onder een brug in Parijs te gaan slapen. Ik troost met met de gedachte dat ik met dit verhaal kan scoren bij mijn toekomstige kleinkinderen. Moderne clochards slapen kennelijk niet meer onder een brug, want stakkers die wij proberen na te doen, zijn in geen velden of wegen te bekennen.

Onderweg hier naartoe was ik niet de enige die twijfelde of dit wel goed zou gaan. Sommige overwogen een hotelletje. Maar Flip Smit, het 44-jarige brein achter ‘The Survivors’, motiveerde de twijfelaars met zijn enthousiasme. Hij vertelde ons over talloze andere reisplannen, soms gecorrigeerd door Jelle Kraan, een bereisde vriend van Flip en mede-begeleider. Samen zouden ze het goed doen als leiders van een groep overlevenden in een rampenfilm.
Met het uitzicht op de binnenstad zitten we op de kade te ontbijten. De meesten hebben toch wel lekker geslapen onder de brug. We eten overlevingsvoer uit zakjes in warm water. Het smaakt best goed en het is zeer voedzaam. Dat mag ook wel, want de rest van de dag lopen we in een flink tempo kriskras door de stad.
Sommige onderdelen lopen de mist in, maar Flip bedenkt ter plekke een nieuwe bezigheid, want stilstaan is voor hem taboe. Als we de trappen van de hoogste wolkenkrabber niet mogen betreden, dan maar de minder hoge Eiffeltoren beklimmen, evengoed nog 671 treden puffend omhoog met je rugzak. Kun je niet met boten in de riolen? Dan maar gewoon samen met een groep toeristen kijken in de onderaardse gewelven van de stad. Minder spectaculair, maar nog steeds vallend onder de noemer ‘survival’, al was het alleen maar om de stank.

Verrassend genoeg is de afwezigheid van luxe best dragelijk. Ik mis alleen de hotelsleutel in mijn zak, als symbool voor een veilig heenkomen en opslagplaats van mijn bagage. Ook erger ik me opeens aan de vele snackfolders die ik in mijn handen gedrukt krijg, maar bedenk me ook dat ik eens wat minder vet moet gaan eten.

De tweede nacht brengen we in geïmproviseerde tentjes door in het beruchte park Bois de Boulogne. Enkele late wandelaars verklaren ons voor gek. Wie wil er nou slapen in deze verzamelplaats voor dealers en gewapende bendes. Even heerst er verdeling in de groep. Alsnog een hotelletje? Thérèse en Monique zal je niet horen; ze willen graag begeleider worden bij de survivaltochten in de Ardennen. Uiteindelijk blijft iedereen. Het park is minder gevaarlijk dan de voorbijgangers ons wilden doen geloven. Zo nu en dan schuifelt er in de verte een schim voorbij, wat het wachtlopen wel spannend maakt, maar van bendes geen sprake.

’s Ochtends moeten we vroeg uit de veren, want er staat een lange metro-speurtocht op het programma. Maar als de groepen zich opsplitsen begeven de meesten zich richting de winkelstraat. Bij overleven in Parijs hoort kennelijk toch een terrasje. We drinken onze koffie met gemengde gevoelens op. Want na twee dagen ontspannen afzien weet je weer even hoe het is zonder luxe.

Daan van Alkemade